Snelle koolstofkringloop


Koolstof wordt als CO2 in de atmosfeer gevonden, in biomassa (levende én dode organismen) én in voorraden fossiele grondstoffen. Een vierde belangrijk reservoir van koolstof is de CO2 opgelost in de oceanen. Onderstaande figuur laat de snelle koolstofkringloop zien met in geel de natuurlijke stromen en in rood de bijdrage van de mens. De opgeslagen hoeveelheden koolstof zijn met wit aangegeven.


Snelle koolstofkringloop met hoeveelheden in miljard ton koolstof (per jaar) (bron: Wikimedia Commons)

In de figuur zijn te zien:
levend koolstof: planten leggen CO2 uit de atmosfeer vast als biomassa. Nadat planten en andere organismen afsterven valt de biomassa weer uiteen in CO2 en H2O.
fossiel koolstof: een klein deel van de afgestorven biomassa wordt geïsoleerd van de atmosfeer en valt niet uiteen. Op verschillende manieren fossiliseert dit materiaal (bijvoorbeeld veen → turf → bruinkool → steenkool).
koolstof in gebruik: de mensheid onttrekt koolstof aan fossiele bronnen. Na gebruik resulteert dit in CO2-uitstoot naar de atmosfeer.

Van de verschillende reservoirs, levende en dode biomassa, oceanen, fossiel koolstof en de atmosfeer, is de laatste het kleinst en een ordegrootte kleiner. Dit betekent dat stromen die klein zijn ten opzichte van de hoeveelheid biomassa c.q. fossiele grondstoffen een dramatisch effect kunnen hebben op de accumulatie van CO2 in de atmosfeer. De oceanen bevatten naar schatting zo'n 37.000 Gton koolstof opgelost als CO2, H2CO3, HCO3- en CO32-. De hoeveelheid koolstof in voorraden fossiele grondstoffen is ongeveer 10.000 Gton.

Voor het versterkt broeikaseffect zijn de CO2-concentratie en de CH4-concentratie in de atmosfeer het belangrijkst.

Laatste wijziging: 12-10-2022
Creative Commons-Licentie
Deze publicatie valt onder een Creative Commons licentie. Zie hiervoor het colofon.