Toekomstige energie- en industriesystemen


Dit college staat in het teken van een aantal ontwikkelingen in energie- en industriesystemen. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod:

Slimme infrastructuur

slimme-meters
elektrische-autos
smart-grid
energie-opslag

Nieuwe vormen van gas

internationale-aardgasrotonde
schaliegas
groen-gas
gashydraten
waterstof

Watervoorziening

drinkwater-uit-zeewater

Beleidsdoelstellingen

In Nederland zijn diverse beleidsdoelen opgesteld die gerelateerd zijn aan energie en industrie.

Klimaatdoelstellingen

Om te beginnen heeft Nederland in 2015 de Klimaatovereenkomst van Parijs getekend. Hierin hebben 195 landen afgesproken om in 2050 de stijging van de (gemiddelde) wereldtemperatuur tot 2 graden Celsius en zo mogelijk tot 1,5 graden Celsius De Nederlandse invulling van dit verdrag is opgenomen in het klimaatakkoord (Klimaatakkoord 2019w). Het belangrijkste doel dat hierin is vastgesteld heeft betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen: in 2030 stoten we in Nederland 49% minder broeikasgassen uit dan in 1990. In 1990 was deze totale uitstoot aan broeikasgassen in Nederland gelijk aan ca. 228 miljoen ton CO$_2$ wat inhoudt dat deze uitstoot in 2030 lager moet zijn dan 116 Mton. CO$_2$ is niet het enige broeikasgas, echter worden alle andere broeikasgassen (bijvoorbeeld methaan) teruggerekend naar CO$_2$-equivalenten. De broeikasgasreducties per sector zijn als volgt verdeeld:
• Gebouwde omgeving: 3,4 Mton
• Landbouw en landgebruik: 3,5 Mton
• Mobiliteit: 7,3 Mton
• Industrie: 14,3 Mton
• Elektriciteit: 20,2 Mton

In 2022 was de totale CO$_2$-emissie gelijk aan 158 Mton, een reductie van iets meer dan 30% ten opzichte van 1990. De grootste reductie. De grootste reductie heeft op dat moment plaatsgevonden in de industrie (Klimaatdashboard 2022w).

Energie- en warmtetransitie

Door de lidstaten van de EU is afgesproken dat in 2030 minimaal 32% van de in de EU opgewerkte energie duurzaam moet zijn opgewekt. In het Klimaatakkoord is daarnaast afgesproken om ernaar te streven dat in 2030 het aandeel hernieuwbare elektriciteit in de totale elektriciteitsproductie 70%. In 2019 was ca. 8,7% van alle gebruikte energie in Nederland afkomstig van duurzame bronnen. In het Klimaatakkoord is een hoofdstuk over de Regionale Energiestrategie (RES) opgenomen waarbij is afgesproken dat in 30 regio's in Nederland wordt samengewerkt om minimaal 35 TWh aan grootschalige hernieuwbare energie op te wekken in 2030. Door iedere RES-regio wordt een individuele RES gemaakt waarin beschreven wordt waar duurzame energieprojecten wel of juist niet komen en wat de exacte impact is op de energie-infrastructuur. Het uiteindelijke doel is een klimaatneutraal energiesysteem in 2050. Ook de warmtetransitie draagt in grote mate bij aan de bovenstaande klimaatdoelen. Hierbij is de doelstelling om voor 2030 ca. 1,5 miljoen woningen van het gas af te hebben. Het einddoel is dat in 2050 de volledige gebouwenvoorraad in Nederland goed is geïsoleerd en met duurzame warmte wordt verwarmd. Hierover is meer te lezen in het college over warmte.

Energie-efficiëntie

Energie-efficiëntie is de verhouding tussen de verkregen prestatie of energie en de hiertoe gebruikte input van energie. Deze kan worden verbeterd door middel van technologische, gedrags- en / of economische veranderingen. In (Richtlijn 2018/2002w) is een streefcijfer van 32,5% meer energie-efficiëntie vastgesteld in 2030 ten opzichte van 2007. Jaarlijks moet er dus een energiebesparing van 0,8% gerealiseerd worden.

Daarnaast zijn er ook richtlijnen opgesteld voor energiegerelateerde producten, denk aan huishoudelijke apparaten. Verbeterd ontwerp van dergelijke producten kan aanzienlijke energiebesparingen bewerkstelligen. De producten die onder deze richtlijn vallen moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen om op de markt te kunnen worden toegelaten. Voorbeelden van producten die richtlijnen hebben zijn: elektronische beeldschermen, afwasmachines, wasmachines en droogmachines.

Circulaire economie

De Nederlandse overheid heeft het doel vastgesteld van een volledig ciculaire economie in 2050. Hierbij zijn door het Kabinet vier verschillende maatregelen geïdentificeerd om aan deze doelstellingen bij te dragen:
• Vermindering van grondstoffengebruik: door bijvoorbeeld minder producten te kopen, deze te delen of efficiënter te produceren.
• Hoogwaardige verwerking: het recyclen van grondstoffen en materialen zodat hier nieuwe producten van kunnen worden gemaakt. Hierdoor ontstaat een groter aanbod van duurzame grondstoffen.
• Levensduurverlenging: het langer en/of intensiever gebruiken van producten, bijvoorbeeld door deze te repareren of te hergebruiken.
• Vervanging van grondstoffen: het vervangen van bepaalde grondstoffen door duurzamere en hernieuwbare alternatieven.
Meer informatie over circulaire economie is te vinden op de pagina circulaire economie.

Bronnen

Klimaatakkoord 2019w, Klimaatakkoord - Wat is het doel van het Klimaatakkoord?, geraadpleegd 20 december 2023
Klimaatdashboard 2022w, Klimaatdashboard - Ontwikkeling broeikasgasemissies in Nederland, geraadpleegd 20 december 2023
Richtlijn 2018/2002w, Richtlijn 2018/2002, geraadpleegd 20 december 2023

Laatste wijziging: 12-01-2024
Creative Commons-Licentie
Deze publicatie valt onder een Creative Commons licentie. Zie hiervoor het colofon.