Standaardprocedure levenscyclusanalyse


De standaardprocedure, eisen en richtlijnen voor het uitvoeren van een LCA zijn door de International Organization for Standardization vastgelegd in een tweetal normen: ISO 14040w en ISO 14044w. De standaardprocedure voor het uitvoeren van een LCA bestaat uit een viertal stappen, zie ook onderstaande figuur:
1. vaststelling van doel en reikwijdte van de analyse
2. inventarisatie
3. effectbeoordeling
4. interpretatie


Standaardprocedure voor het uitvoeren van een LCA (bron: Wikimedia Commons)

stap 1: Vaststelling doel en reikwijdte

Bij het vaststellen van het doel en de reikwijdte van de LCA wordt ook het onderwerp van de studie vastgelegd. Bij het vergelijken van verschillende producten of diensten wordt als onderwerp een 'functionele eenheid' gedefinieerd, bijvoorbeeld de productie van een bepaalde hoeveelheid elektriciteit of een bepaalde energieopslagcapaciteit gedurende een bepaalde periode.

stap 2: Inventarisatie

De inventarisatiestap (Life Cycle Inventory Analysis) kost veel tijd en wordt de kern van een LCA genoemd. Tijdens de inventarisatiestap wordt onder andere de grens tussen het te bestuderen systeem en de omgeving gedefinieerd, wordt in kaart gebracht welke processen en milieu-ingrepen een rol spelen tijdens de levenscyclus (en grafisch weergegeven in een procesboom) en worden de betreffende gegevens verzameld. Vervolgens worden de gegevens verwerkt zodat er berekeningen mee uitgevoerd kunnen worden, al dan niet door middel van een computerprogramma. De inventarisatiestap is een iteratief proces: de verschillende onderdelen worden een aantal maal doorlopen.

stap 3: Effectbeoordeling

Tijdens de effectbeoordeling (Life Cycle Impact Assessment) worden alle verzamelde milieugegevens omgerekend tot een aantal getallen waarin het totale milieueffect wordt uitgedrukt, de zogenaamde milieuthema's. Voorbeelden van milieuthema's zijn: GWP (broeikaspotentieel), verzurings- en vermestingspotentieel. Voor de berekening van de bijdrage van een stof aan de verschillende milieuthema's zijn tabellen beschikbaar waarin vermeld staat met welke factor een emissie vermenigvuldigd moet worden om de bijdrage aan het specifieke milieuthema te berekenen. Bij de berekening van het versterkte broeikaseffect is de vermenigvuldigingsfactor voor methaan bijvoorbeeld 25 kg CO2-eq./kg en voor N2O 298 kg CO2-eq./kg. Voor deze omrekening zijn computerprogramma's beschikbaar. Het totale milieueffect bestaande uit de scores bij de verschillende milieuthema's wordt ook wel het milieuprofiel genoemd.

De milieuthema's kunnen al dan niet genormaliseerd worden, bijvoorbeeld door ze te delen door de totale bijdrage van Nederland aan het broeikaseffect in een bepaald jaar. Ten slotte kunnen de milieuthema's omgerekend worden naar één getal voor het totale milieueffect door elk milieuthema te vermenigvuldigen met een weegfactor en vervolgens bij elkaar op te tellen. Het verkregen getal wordt de milieu-index genoemd. Aangezien er verschillende sets weegfactoren bestaan en er geen consensus is over welke weegfactoren gebruikt dienen te worden, is het omrekenen tot een getal voor het totale milieueffect subjectief. Voorbeelden van milieu-indices zijn de eco-indicator 95, eco-indicator 99 en de ReCiPe-score.

stap 4: Interpretatie

Bij de interpretatie van de resultaten van de LCA wordt het milieuprofiel (het overzicht van scores bij de verschillende milieuthema's) geanalyseerd, wordt bekeken of het doel uit de eerste stap behaald is en wordt zonodig een concreet actieplan opgesteld. Bij de analyse van het milieuprofiel kan gedacht worden aan:
• zwaartepuntsanalyse: welke processtap draagt het meeste bij aan een bepaalde milieu-ingreep?
• storingsanalyse: welke marginale variatie zorgt voor de grootste of kleinste variatie van welke emissies?
• gevoeligheidsanalyse: hoe gevoelig zijn de resultaten voor veranderingen?

Laatste wijziging: 12-10-2022
Creative Commons-Licentie
Deze publicatie valt onder een Creative Commons licentie. Zie hiervoor het colofon.