Duurzaam watergebruik


De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor duurzaam watergebruik. Duurzaamheid (duurzame ontwikkeling) is volgens de definitie van de Commissie Brundtlandt:
''voorzien in onze behoefte zonder dat dat ten koste gaat van de mogelijkheid voor toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien" (WCED (1987)).

Vertaald naar wateronttrekking, watergebruik en de lozing van afvalwater betekent dit dat:
• oppervlaktewater de voorkeur heeft bij onttrekking
• voor het gebruik van water ingezet moet worden op waterbesparing, efficiënt en effectief irrigeren en produceren
• lozing alleen kan en mag na zuivering, en wel zo dat het ontvangende watersysteem zijn functies kan blijven vervullen

Oppervlaktewater (rivieren, meren, beekjes) wordt immers voordurend ververst in de grote waterkringloop, terwijl grondwater slechts zeer langzaam wordt aangevuld. Voor afvalwater geldt dat reiniging in natuurlijke systemen alleen kan volstaan als de hoeveelheid afvalwater beperkt is. Grotere hoeveelheden (steden, fabrieken) vragen om industriële afvalwaterzuivering.

Volgens de WCED (1987) kent duurzame ontwikkeling drie hoofdkenmerken:
• “sustainability”: zodanig gebruik van (natuurlijke) hulpbronnen dat kan worden voorzien in de behoefte van huidige en toekomstige generaties
• “equity”: zodanige ontwikkeling van de mondiale economie en samenleving dat in ieders behoefte kan worden voorzien
• “diversity”: zodanige ontwikkeling dat culturele diversiteit en biodiversiteit behouden blijft

Het gebruik van grondwater zou eigenlijk moeten voldoen aan deze drie kenmerken van duurzame ontwikkeling. Het eerste kenmerk vertaalt zich dan in een criterium dat aan een aquifer nooit meer mag worden onttrokken dan de recharge. Immers, een eenvoudige massabalans laat zien dat in het andere geval de aquifer uiteindelijk onherroepelijk zal worden uitgeput. Het tweede kenmerk vertaalt zich in dusdanig beheer dat eenieder een gelijkwaardig deel krijgt van het beschikbare water, terwijl het systeem als geheel niet te gronde gaat; de aquifer is te zien als een common pool resource die adequaat beheerd moet worden. Het derde kenmerk vertaalt zich tenslotte in dat het water niet uitsluitend voor één doel gebruikt zou moeten worden, maar sociale en biodiversiteit zou moeten bevorderen en in stand zou moeten houden.

Bronnen

WCED (1987), World Commission on Environment and Development (1987), Our Common Future, Report of the World Commission on Environment and Development, Oxford University Press, New York.

Laatste wijziging: 12-10-2022
Creative Commons-Licentie
Deze publicatie valt onder een Creative Commons licentie. Zie hiervoor het colofon.