Kritische druk, kritische temperatuur en superkritisch gedrag
In
fasediagrammen is er sprake van een kritisch punt. Dit kritische punt bevindt zich bij een bepaalde druk, de kritische druk (p
c), en bij een bepaalde temperatuur, de kritische temperatuur (T
c). Wanneer de druk en temperatuur van een stof hoger zijn dan de kritische druk en kritische temperatuur van die stof, vertoont deze stof superkritisch gedrag. Dit betekent dat de stof noch een gas, noch een vloeistof is, maar eigenschappen heeft van beide fases. Bij superkritische condities is er dan ook geen faseovergang meer mogelijk. Een voorbeeld van een superkritische stof is superkritische kooldioxide (druk is hoger dan 73 atm. en temperatuur is hoger dan 31 °C).
De werkelijke en kritisch druk en temperatuur van een stof kunnen als volgt gebruikt worden om de gereduceerde druk en temperatuur van die stof te berekenen:
$$ p_\R = p / p_\c $$
$$ T_\R = T / T_\c $$
met:
$p_\R$, $T_\R$ = gereduceerde druk resp. temperatuur
$p_\c$, $T_\c$ = kritische druk resp. temperatuur
Vervolgens kunnen deze gereduceerde druk en temperatuur gebruikt worden om bijvoorbeeld de compressibiliteitsfactor ($Z$) te bepalen die gebruikt wordt in de
toestandsvergelijking voor een reëel gas.
Laatste wijziging: 12-10-2022
Deze publicatie valt onder een Creative Commons licentie. Zie hiervoor het
colofon.